De op 6 juli 1932 opgerichte Venlose Zweefvliegclub heeft haar vliegveld op de Grote Heide. De club werd opgericht nadat een Duitse ingenieur op 29 april 1932 voor de vereniging Techniek en Ambacht een lezing had gehouden over 'zeilvliegen'. Enkele Venlonaren raakten daardoor zo enthousiast dat zij nog op 6 juli van datzelfde jaar begonnen met de Venlosche Aeroclub. Een naam die op 10 juli 1935 werd veranderd in Venlose Zweefvliegclub. De eerste jaren verliepen moeizaam. Voor er gevlogen kon worden, moest eerst zelf een vliegtuig worden gebouwd. Het duurde tot eind 1933 voordat het toestel met een spanwijdte van 11 meter gereed was. Daarna duurde het nog tot 1936 voordat de Rijks Luchtvaart Dienst het toestel goedkeurde. Vervolgens doemde een nieuw probleem op, het ministerie van oorlog gaf geen toestemming voor vluchten vanaf de Grote Heide. Na lang zoeken vonden de zweefvliegers een geschikt terrein bij de Wellsche Hut in de gemeente Bergen. Vandaaruit maakten de Venlonaren vanaf 1936 hun vluchten en spoedig beschikte de club over drie toestellen. De Tweede Wereldoorlog maakte aan die bloeiperiode een einde. Na de oorlog kon de draad echter snel weer worden opgepakt. In 1946 kreeg de VZC toestemming om de Grote Heide, waar in de periode 1941-1944 een groot Duits vliegveld had gelegen, te gaan gebruiken. Een oude loods van de Duitsers diende als hangar. Vanaf 1946 ging het weer goed met de club. De accommodatie werd verbeterd en het aantal vliegtuigen nam gestaag toe. Daarmee waren de voorwaarden voor goede prestaties geschapen. Die werden vooral geleverd door Baer Selen jr. Deze veroverde in 1978 op 23-jarige leeftijd in Frankrijk de wereldtitel in de standaardklasse. Een prestatie die hij in 1991 in de Verenigde Staten nog eens overdeed. Andere bekende namen uit de VZC-historie zijn Huib Straatman, Jan Selen, Baer Selen sr. en Harie Wiertz.