Militair muziekgezelschap dat een bijzondere band met Venlo had. Het Tambour- en Fanfarekorps Limburgse Jagers werd in 1950 op initiatief van luitenant-kolonel J. Antonie opgericht. Deze had datzelfde jaar gedaan weten te krijgen dat zijn 2e regiment infanterie werd samengevoegd met delen van het 6e en 11e en dat het nieuw gevormde regiment de naam Limburgse Jagers kreeg. Daarmee werd verwezen naar enkele vroegere korpsen Limburgse Jagers. Zo was er een korps met die naam dat in de tijd dat Limburg deel uitmaakte van de Duitse Bond, door het hertogdom ter beschikking moest worden gehouden. Dit korps bestond van 1839 tot 1866. In 1914 ontstond een nieuw korps, dat onder meer naam maakte door in november 1918 mede de revolutiepoging van Troelstra te laten mislukken. Vóór de Tweede Wereldoorlog verdween dit korps weer. Aan die korpsen moet dus ook het nieuwe regiment van luitenant-kolonel Anthonie herinneren. Zijn regiment werd echter vooral bekend door het tambour- en fanfarekorps. Het nieuwe regiment was aanvankelijk in Roermond gelegerd, maar kwam al na enkele jaren naar de Frederik Hendrik-kazerne in Blerick. Door veelvuldige optredens in de stad maakte het tamboer- en fanfarekorps zich erg geliefd in de stad. De bijzondere band tussen de Limburgse Jagers en Venlo bleek toen staatssecretaris Haex in 1967 uit bezuinigingsoverwegingen besloot het muziekkorps op te heffen. Door Venlo trok een protestmars, gadegeslagen door enkele duizenden mensen. Het mocht niet baten, de militaire muzikanten verdwenen. Echter alleen officieel, in het geheim oefenden leden van het regiment verder, zodat het muziekkorps een sluimerend bestaan leidde. Dat bleek erg handig te zijn toen de legerleiding in 1972 tot heroprichting besloot. Omdat het regiment inmiddels in het Duitse Seedorf was gelegerd, kreeg het muziekkorps daar ook een plaats.